Structureel begrotingsevenwicht

1.6 Structureel begrotingsevenwicht

Achtergrond Financieel Toezicht
De gemeenteraad moet ervoor zorgen dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is of dat dit in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht (artikel 189 van de Gemeentewet).
Structureel en reëel in evenwicht betekent dat de begroting voldoet aan bepaalde eisen. De belangrijkste daarvan is dat voor het betreffende begrotingsjaar de structurele lasten zijn gedekt door structurele baten.
Preventief toezicht wordt ingesteld wanneer de begroting niet structureel en reëel in evenwicht is en de meerjarenraming niet aannemelijk maakt dat er een herstel van het evenwicht komt. Als er preventief toezicht is ingesteld dienen de begroting en alle besluiten met begrotingswijzigingen gedurende het jaar vooraf ter goedkeuring aan GS te worden voorgelegd.

Oordeel begrotingsjaar 2020
Om voor de Provincie te beoordelen of de structurele lasten voor het jaar 2020 zijn gedekt door structurele baten wordt de meerjarenbegroting “opgeschoond” met alle incidentele lasten en baten.

bedragen x 1.000 euro

2020

2021

2022

2023

Saldo baten en lasten

2.667

607

788

1.215

Mutaties reserves

-172

392

-8

-698

Begrotingssaldo na bestemming

2.095

999

780

517

waarvan incidentele baten en lasten (saldo)

-174

-164

-15

0

Structureel begrotingssaldo

1.921

835

765

517

Zoals het er nu naar uitziet (de uitkomsten van de septembercirculaire 2019 zijn nog niet bekend), is de begroting reëel en structureel sluitend. Dat is echter zonder de ambities/ruimtevragers die bij de Kadernota zijn vastgesteld. In onderstaande tabel is het structureel en rëel evenwicht inclusief de ambities berekend. Onder deze tabel staat onze conclusie.

bedragen x 1.000 euro

2020

2021

2022

2023

Structureel begrotingssaldo

1.921

835

765

517

Ruimtevragers (netto structurele lasten)

-1.589

-1.700

-2.010

-2.068

Benodigde structurele dekking

332

-865

-1.245

-1.551

Conclusie:
Rekening houdend met onze ambities is de begroting 2020 reëel en sluitend. De reeks vanaf 2021 is dan negatief. Een niet sluitend meerjarenperspectief is ongewenst, hoewel niet verboden. In de wet staat dat de begroting reëel en structureel sluitend moet zijn. Er staat in diezelfde wet dat hier van kan worden afgeweken, als aannemelijk gemaakt kan worden dat het reëel en structureel in evenwicht in de eerstvolgende jaren tot stand gebracht zal worden.
Dat is wat wij nastreven en daarom is een bestuursopdracht begrotingstekort 2021-2023 gemaakt. De opdracht daarvan is:
Per ambitie/thema wordt het volgende uitgewerkt:
A.   Bestaand beleid:

  1. Geef inzicht in de beleidsvelden, producten, investeringen, programma’s en projecten die onder het thema vallen, inclusief de daarbij behorende budgetten (2020-2023).
  2. Leg concrete keuzes en maatregelen voor om bestaande activiteiten binnen het thema anders, innovatiever, slimmer uit te voeren, te verminderen, te faseren in tijd of te beëindigen.
  3. Breng per keuze de maatschappelijke impact, effecten en mogelijke risico’s in beeld.
  4. Geef per keuze de financiële opbrengst aan voor de periode 2020-2023, rekening houdend met eventuele investeringen en transitiekosten die daaraan voorafgaan.

B.   Ambities (ruimtevragers):

  1. Geef inzicht in de ruimtevragers die onder het thema vallen, inclusief de daarbij behorende financiële omvang (2020-2023).
  2. Leg concrete keuzes voor om de ruimtevragers binnen het thema anders, innovatiever, slimmer uit te voeren, te faseren in tijd of keuzes te maken in kwaliteit.
  3. Breng per keuze de maatschappelijke impact, effecten en risico’s in beeld.
  4. Geef per keuze de financiële opbrengst aan voor de periode 2020-2023, rekening houdend met eventuele investeringen en transitiekosten die daaraan voorafgaan.

Over de uitkomst van deze bestuursopdracht rapporteren wij in de Kadernota 2020.